Ver-wonder
Waterlinie,
luchtlijn die
aardeplant in papier
gevat te drogen hangt
als-was…
Regen-tes
Verreweg
De regen
Regeerde mijn lente
Verregende wegen agente zijn
Ster
motregen
van woorden
die binnendruppelen als
lekkende kranen tot overstroming
lijden…
regenbui of windhoos
stortbui of miezerregen
je word er nat van
Met-gezel
Verzegeld is mijn
Slagkans, door onmacht, werking van
Stil vergezellen…sttt
Mijn slagkans is nu
Verzegeld, werkloos toeziend-
Oog, vergezelde mij met ….een mmm
MET GEZEL GEZWIND
GEDRAGEN DOOR WEER EN VRIND
GALOP MET KOP IN WIND
Kind van de rekening
Las ik vanochtend in de krant, neen ik zag er’t beeld
van een kind, ten dode opgeschreven
Zou ’t als nog uitgezet zijn, ons kijken ver telde
Tot aangespoeld verwijt, lijken zij wie schuldig zijn
kind kreeg naam, gaf leven op zeeslachtvelde
Een verweerde pieta, roept moeders-pijn
Zwart wit, leeggebloed klim op
tot het geraamte, de kleur van schaamte drinkt
(Brons/hout/gips/glaspapier/klimop)
Haiku’s
Blaren van wachten
Tot de lente weerkeert, droog
Ik ’t gevallen blad
Beweeg ga voorbij
Anders verstoor je misschien
De loop der dingen
Mo- nu- ment van zijn
Mijn ingehouden adem
Stilte voor de storm
Ademen, ruimte
Omarmt mijn wezenlijke
Zachtheid, tranenstroom
Kladblok bijdrage
Aarzelt zij nog zwart op wit
Te boek willen staan
Als het overgaat
Zou het heelal ruimer zijn
En ik groter
Hoofdbrekers aan land
Wil ik de kust verlaten
Vaart mijn boot niet uit
Vrijmaken wil ik
Vrij zijn, van binnen uit
In het vrij er zijn
Luchten onbekend
Op weg naar mijn bestemming
Reis, een ademtocht
Eerst is er geen weg
Maar die ontstaat wanneer ik
‘ n richting kies en ga
Wat er is, begin
Van aanwezig zijn bij is
Wording in stilte