Sneeuw-jacht! Jagend op zoek!
Achter elkaar door, steeds meer
Rennen, springen, vallen, halen in
Vlok na vlok gedwarrel wordt gespetter
Wedstrijdje over wie het eerst de grond haalt.
Om dan af te dekken, anderen laten glibberen
En nog heel veel meer uit de ban gesprongen.
De haast in spel om van beginnend- lentekracht
Smorend in kiem, of bevrozen het zwijgen opgelegd.
Dat kleine sneeuwklokje dat zo fier en
Dapper zeker geen doelwit wil zijn, blijft overeind
Haar bloemblaadjes zo strak dichtgevouwen
Intentie : ik geef mezelf nog niet bloot.
Jachtig op zoek naar vernieuwingen, alles witten…
Is dit jaar goed toegedekt met dekens van ’t oude
Houden van door natte tranenlagen die even gezien
En dan weer doorschijnend, afwezig mogen zijn.